TELEMACHUS EN ODYSSEUS

Hoofdstuk 2 : het verhaal van Odysseus

Vertaling van het Griekse pensum




a : Het begin van de Odyssee, α.1-10 :

Bezing mij 1, Muze 2, de vindingrijke man 3, die zeer veel
rondgezworven heeft, nadat hij 4 de heilige stad 5 van het Trojaanse land 6 had verwoest;
en van veel mensen zag hij de steden en leerde hij de geest [aard] kennen,
en veel ellende [beproevingen] doorstond hij op zee in zijn hart,
vechtend voor zowel zijn leven als de terugkeer van zijn vrienden.
Maar toch redde hij zijn makkers niet, hoewel hij het verlangde:
want door hun eigen stommiteiten kwamen zij om,
de dwazen, die de runderen van Helius Hyperion 7
opaten 8; maar die ontnam hun de dag van de terugkeer.
Vertel ook ons 9, godin, dochter van Zeus 10, van deze gebeurtenissen vanaf een of ander punt 11.


[1]Met mij wordt de dichter, Homerus, zelf bedoeld.
Volgens de opvattingen van de Grieken „dichtte” de dichter niet zelf, maar werd hij geïnspireerd door de betreffende Muze.
Vgl. de aanhef van de Ilias:
Godin, bezing mij de wrok van Achilles [...].
Maar: vgl. de aanhef van de Aeneis:
Ik bezing de man en de wapenfeiten [...].
[2]De bedoelde Muze is Kalliopè, de Muze van de epische poëzie (en van de filosofie en rhetorica).
In de Ilias wordt dezelfde Muze „godin” genoemd,
terwijl ook de trotse Romein Vergilius dezelfde Muze aanroept, maar pas in vers I.7 van de Aeneis!
[3]„De man” (ajvndra) staat in de Griekse tekst vooraan en kan dus als het thema van de Odyssee gezien worden: de man in het algemeen of Odysseus;
het thema van de Ilias is - afgaande op het allereerste woord - wrok (Mh`nin),
terwijl de Aeneis twee themata heeft: de man (=Aeneas) en de krijgsdaden.
Bij „de man” hoort hier het epitheton significans (hyperbaton!) „vindingrijke” (poluvtropon), hetgeen meteen het karakter van Odysseus’ thuisreis karakteriseert: hij heeft al zijn sluwheid moeten gebruiken om thuis te komen.
[4]Odysseus was immers de bedenker van de list met het houten paard en mag op die manier dus als de verwoester van Troje gekenmerkt worden.
[5]Aangezien de stad Troje een burcht had met een stadsgodin - in het Trojaans, als dat tenminste een taal is, ongetwijfeld een andere naam hebbend, maar door de Grieken op grond van haar functie kortweg „Athena” genoemd - was de stad ook voor de Grieken „heilig”.
[6]De stad Troje wordt bij Homerus  jvIlion genoemd,
de streek Troivh (Troiva).
[7]Helius is de zonnegod, Hyperion is een van zijn bijnamen; zijn runderen graasden op het eiland Thrinacia, maar waar dat nou precies ligt...?
Volgens sommigen is Thrinacia (een deel van) Sicilië.
[8]kata; ... hjvsqion : tmesis.
[9]poëtisch meervoud.
[10]Weer wordt Kalliopè bedoeld (ringcompositie!);
net als haar acht zussen is zij een dochter van Zeus en Mnèmosynè (godin van de herinnering en tante van Zeus).
De andere Muzen heten:
Erato (Erato) — Muze van de minnepoëzie ;
Euterpè (Euterpe) — Muze van de lyrische poëzie ;
Kleio (Clio) — Muze van de geschiedenis ;
Melpomenè (Melpomene) — Muze van de tragedie ;
Ourania (Urania) — Muze van de sterrenkunde ;
Polymnia (Polymnia, ook Polyhymnia) — Muze van de lofzang ;
Terpsichora (Terpsichore) — Muze van de dans ;
Thaleia (Thalia) — Muze van de komedie.
[11]„Vanaf een of ander punt”: verklaart, waarom het verhaal niet bij Odysseus’ vertrek uit Troje begint.



Naar de antwoorden op de vragen uit het Hulpboek.

Naar de overzichtspagina van Telemachus en Odysseus.

Naar de Situs Graecus.

Naar de Situs Classicus.