TELEMACHUS EN ODYSSEUS
Hoofdstuk 2 : het verhaal van Odysseus
Vragen uit het Hulpboek, p. 6
1a | Mou`sa (vs. 1) / De Muze / De Muze van het epos / Kalliopè / Calliope. |
1b | ajvndra (vs. 1). |
1c | poluvtropon (vs. 1): hij wordt gekarakteriseerd als iemand die slim is. |
1d | Vanaf een of ander punt, dus: ergens in het verhaal. |
1e | De zwerftochten van Odysseus, waarbij hij al zijn vrienden verloor. |
1f | In vs. 1 èn in vs. 10 (dus: begin èn einde van de inleiding) wordt de Muze aangeroepen. |
2a | De problemen die Odysseus ondervond om zijn positie als koning op Ithaca weer te bemachtigen. |
2b | De woorden om naar zijn huis te gaan t/m liefhad (vs. 18-20). |
3 | plavgcqh (vs. 2) ; pollw`n (vs. 3) ; polla; (vs. 4) ; nhvpioi (vs. 8) ; hjvsqion (vs. 9). |
Vragen uit het Hulpboek, p. 8
1 | De Ciconiërs ; De Lotoseters ; De Cycloop ; Aeolus ; Telepylus, de stad van de Laestrygonen ; Circe ; De Hades ; De Sirenen ; Scylla en Charybdis ; De runderen van Helius ; Ogygia, het eiland van de nimf Calypso ; De Phaeaken. |
Naar de vertaling van Hoofdstuk 2.