TELEMACHUS EN ODYSSEUS
Hoofdstuk 3 : Athena en Telemachus
Vragen uit het Hulpboek, p. 9
a : Athena gaat in de gedaante van Mentes naar Ithaca :
1 | Athena smeekt haar vader Zeus om Odysseus eindelijk naar huis te laten gaan; de bode van de goden, Hermes, moet Calypso zien te overtuigen, en Athena zelf gaat in de gedaante van Mentes (een gastvriend van Odysseus familie) naar Ithaca, waar ze temidden van lijntrekkende vrijers wordt ontvangen door Telemachus, de zoon des huizes. |
2 | Ze vertelt dat Hermes Calypso zal verzoeken Odysseus te laten gaan [1e verhaallijn: terugkeer van
Odysseus]. Zij zal naar Ithaca gaan om Telemachus aan te sporen tegen de vrijers op te treden en om naar Sparta en Pylos te gaan [2e verhaallijn: Telemachus verzamelt informatie over zijn vader]. |
3 | Hij moet informatie inwinnen over zijn vader en hij zal hierdoor een goede naam krijgen. |
4 | Hij is onzeker over hemzelf en zijn vader. |
5 | Dat hij goed nadenkt (in tekst f : pepnumevno~ verstandig)
|
Vragen uit het Hulpboek, p. 9
b : De conversatie tussen Athena en Telemachus :
1 | Ze weet van Laertes toestand alleen van horen zeggen; Ze had Odysseus thuis verwacht; Ze denkt dat Odysseus ergens op een eiland is; Ze is geen ziener; Ze vraagt of Telemachus werkelijk Odysseus zoon is; Ze vraagt welk feest bezig is. |
2 | Dat hij nog leeft en spoedig naar huis zal terugkeren. |
3 | Athena geeft zelf kritiek op het gedrag van de vrijers. Ze spreekt over een losbandig gebras en gebral
en een uitzinnige bende.
Telemachus geeft aan dat ze met zijn moeder willen trouwen, maar dat ze zijn vermogen verteren en zijn huis ruïneren. Hij is bang dat ze hem zullen vermoorden.
Athena spreekt vervolgens over die arrogante vrijers die door Odysseus gestraft moeten worden (prospectie). |
4 | Hij verbindt Penelopes uitstel van een beslissing met het vrijpostige gedrag van de vrijers dat uiteindelijk zijn huis zal ruïneren. |
5 | Ze hoopt hiermee Telemachus moed te geven om krachtdadiger tegen de vrijers op te treden. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 10
c : Athena geeft Telemachus dringend advies :
1 | Nee, hij zegt alleen dat Odysseus lang weg is (vs. 281 dh;n oijcomevnoio)
|
2 | Een gerucht waarvan de bron niet te achterhalen valt. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 13
d : Twee mogelijkheden :
1 | Odysseus leeft nog en keert terug; Telemachus moet het dan nog een jaar zien uit te houden. Odysseus is dood: Telemachus moet terugkeren, een graf voor zijn vader oprichten, zijn moeder uithuwelijken en bedenken hoe hij de vrijers zal doden. |
2 | Door het gedrag van de vrijers. |
3 | De reis naar Pylos en Sparta. |
4 | Als Odysseus gestorven is, dan is hij omgekomen tijdens zijn reis want hij is nog niet op Ithaca aangekomen. Vandaar dat Telemachus alleen een cenotaaf kan oprichten. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 15
e : Mentes neemt afscheid :
1a | Het voorbeeld van Orestes vormt voor Telemachus een aansporing om op te treden tegen de vrijers. |
1b | Orestes heeft zich gewroken op degene die zijn vader onrecht heeft aangedaan. Telemachus moet zich ook wreken op hen die zijn vader en diens huis onrecht aandoen. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 17
f : Telemachus nodigt Mentes uit langer te blijven :
1 | Een god kan natuurlijk geen geschenk van een mens aannemen (en zeker niet in bad gaan); bovendien zal de echte Mentes later niets van deze gift weten. |
2 | Telemachus wil graag dat Mentes blijft omdat hij hem dan een maaltijd kan geven en een bad kan aanbieden. Bovendien wil hij hem een geschenk geven. |
3 | oij`a fivloi xei`noi xeivnoisi didou`si (vs. 313) |
4 | to;n d j hjmeivbet j ejvpeita (vs. 314); glaukw`pi~ jAqhvnh (vs. 314) |
Vragen uit het Hulpboek, p. 19
g : Telemachus beseft dat Mentes Athena was :
1 | Nee, hij vermoedt alleen dat het om een godheid gaat: qeovn (vs. 323) |
2 | Ja, vergelijk de woorden ijsovqeo~ fwv~ (vs. 324) |
4 | Over de terugkeer van Odysseus, want anders hadden ze wel geprotesteerd. Al drie jaar lang verblijven de vrijers in het huis van Odysseus en ze verwachten niet dat hij zal terugkeren. |
5 | Athena heeft in haar gesprek Telemachus net aangezet wraak te gaan nemen op de vrijers en uiteindelijk zullen zij door Odysseus en Telemachus met haar hulp gedood worden. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 21
h : Penelope wijst de zanger terecht :
1 | Ze zit boven in een eigen vertrek, terwijl de vrijers feest vieren beneden in haar paleis. Bovendien draagt zij een sluier. |
2 | Het lied gaat over de terugkeer van de Grieken uit Troje, maar niet over Odysseus terugkeer (vgl. vraag 4 van p. 19). Het lied bevestigt Penelopes angst dat Odysseus dood is en nooit meer zal terugkeren. |
3 | Penelope denkt dat Odysseus dood is. |
4 | Dat ze niets met hen te maken wil hebben en niet open staat voor hun avances en zij wil ook niet dat zij denken dat zij hen als haar gasten beschouwt. |
5b | kouvrh t/m Phnelovpeia (vs. 329); di`a gunaikw`n (vs. 332); ejni; sthvqessi fivlon kh`r (vs. 341). |
Vragen uit het Hulpboek, p. 23
i : Telemachus vaart tegen zijn moeder uit :
1 | Aan het verdriet van de mensen. |
2 | Dat ze moet berusten in het feit dat Odysseus dood is. |
3a | iJstovn t j hjlakavthn te (vs. 357). |
3b | Het overleggen en nemen van beslissingen. |
4 | Over het zelfvertrouwen en daadkrachtig optreden van haar zoon. |
5 | Zij vinden Telemachus reactie jegens Penelope wel erg bot en eigenlijk onhomerisch. Er namelijk zijn veel verschillende passages waarin vrouwen wel deelnemen aan de conversatie tijdens het eten. |
6a | Phemius moet een ander lied zingen en ze mist Odysseus erg. |
6b | Ja, want op het eerste punt zegt hij dat de zanger er niets aan kan doen dat zijn liederen treurig zijn en op het tweede punt zegt hij dat Odysseus niet de enige is die omgekomen is. |
6c | In dezelfde volgorde: punt 1 vanaf vs. 346, punt 2 vanaf vs. 353. |
7 | Hij wil de vrijers ervan overtuigen dat hij hierin gelooft. Zij moeten niet weten wat hij zojuist van de vreemdeling (Mentes) heeft gehoord, namelijk dat Odysseus zal terugkeren. Let goed op waar Telemachus dit zegt: Penelope is naar beneden gekomen, dus ze staan of zitten nu op de begane grond, temidden van de vrijers! |
Vragen uit het Hulpboek, p. 24
j : Telemachus spreekt de vrijers toe :
1 | De vrijers willen wel met Penelope mee naar bed, maar Telemachus spreekt hen toe en dreigt met vergelding; een van de aanvoerders van de vrijers, Antinoüs, zegt hem dat hij niet zo grote mond moet hebben, terwijl de andere aanvoerder, Eurymachus, verzoenende woorden spreekt en de aandacht van Telemachus dreigementen wegneemt door te informeren wie die Mentes was. |
2 | Antinoüs reageert fel, agressief en vijandig. Eurymachus is veel vriendelijker en is meer verzoenend. Hij probeert informatie van Telemachus te krijgen, die misschien voor de vrijers van belang is.
|
3a | Antinoüs wil de positie van Odysseus krijgen en dat is de hoogste positie of het leiderschap onder de edelen van Ithaca. Blijkbaar is deze positie niet automatisch voor Telemachus weggelegd; hij is nog jong en heeft nog niet laten zien dat hij die positie waardig is. |
3b | Door het bezit van Odysseus te verbrassen, verzwakken ze de positie van Telemachus en wordt de kans groter dat een van hen de positie van Odysseus kan overnemen. |
4 | Hij past de tactiek toe van het strategisch liegen. |
Naar de vertaling van Hoofdstuk 3.
Naar de overzichtspagina van Telemachus en Odysseus.
Naar de Situs Graecus.
Naar de Situs Classicus.