TELEMACHUS EN ODYSSEUS
Hoofdstuk 8 : Telemachus en Odysseus
Vragen uit het Hulpboek, p. 56
a : Telemachus wil naar huis teruggaan :
1 | Telemachus, die zich in Sparta bij koning Menelaüs bevindt, wil met onmiddellijke ingang naar huis, omdat hij zich ineens realiseert dat zijn moeder zonder bescherming is achtergebleven bij de vrijers. |
Vragen uit het Hulpboek, pp. 57/8
b : Telemachus bereikt de hut van Eumaeus :
Grammaticaal
4 | A.c.P. (saivnonta~ kuvna~). |
5 | 3 e.v. ind. aor. A - van i{stamai = gaan/blijven staan. |
Inhoudelijk
1 | Het epitheton betekent dat de honden hard blaffen. In versregel 5 en 9 wordt daarentegen juist gezegd dat ze niet blaffen. |
2 | De aankomst van Telemachus wordt verteld vanuit het perspectief van Odysseus. Hij hoort hem aankomen en hij ziet de honden kwispelen. |
3 | De dichter suggereert met de woorden o{te oiJ fivlo~ uJio;~ e[sth (vss. 11-12) dat Odysseus weet dat de jongen Telemachus is.
|
4a | Eumaeus die Telemachus omhelst. |
4b | Een vader die zijn zoon, die lange tijd afwezig is geweest, verwelkomt. |
4c | Het hartelijke verwelkomen en de vaderlijke gevoelens voor een zoon/een dierbaar iemand die lange tijd afwezig is geweest. |
4d | Op dit moment ziet hij na lange tijd zijn enige zoon weer terug. Odysseus is de pathvr die o}n pai`da begroet. |
4e | Het is Odysseus die lange tijd is weggeweest; in de vergelijking is dat de zoon. Verder zijn de a[lgea pollav die de vader om zijn zoon heeft verdragen in de vergelijking van toepassing op de ellende die Telemachus heeft ondergaan door de afwezigheid van zijn vader. |
4f | De overeenkomst tussen de ervaringen van Odysseus en die van Telemachus. |
5 | De a[lgea betreffen de zorgen die de vader had bij de opvoeding van zijn zoon, of de zorgen die hij had vanwege de lange afwezigheid van zijn zoon. |
6d | Door de vertaling angst lijkt het erop dat de vertaler ervan uitgaat dat deze woorden betrekking hebben op de gevoelens van de vader vanwege de afwezigheid van de zoon. |
6f | Imme Dros: overlaadde; de Roy van Zuydewijn: bedekkend. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 60
c : Een aangenaam weerzien :
Grammaticaal
1 | - - inf. fut. M - van oJravw. |
2 | 2 e.v. imp. aor. A - van eijsevrcomai. |
3 | acc. e.v. part. pr. A M van eijmiv (zijn), hoort bij se (vs. 25). |
4 | 1 e.v. coni. aor. A - van ajkouvw. |
5 | 3 e.v. ind. aor. A - van gamevw. |
6 | Bij oiJ (= dativus, vs. 39). |
Inhoudelijk
1 | Vss. 27/8 (t/m ejpidhmeuvei~). |
2a | Hij is naar Eumaeus gekomen om hem te zien en nieuws te horen over de situatie in het paleis. |
2b | Dat hij gekomen is om Odysseus te ontmoeten. |
3 | Omdat de spinnen niet geïnteresseerd zijn in het wel of niet aanwezig zijn van beddengoed. |
4 | De bende lijkt de vertaling van o{milo~, maar dat is een groep, menigte en niet de bende die iemand aanricht. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 60
d : Overleg in de hut van Eumaeus :
1 | Eumaeus, Telemachus en Odysseus (nog steeds in de gedaante van een oude bedelaar) overleggen hoe ze de vrijers uit het paleis moeten verjagen; als Eumaeus een ogenblik uit zijn hut verdwijnt, tovert Athena Odysseus weer om in zijn ware gedaante. |
2 | Dat heeft Odysseus hem verteld. |
3 | Hij is bang dat de vrijers hem slecht zullen behandelen. Alleen kan niemand op tegen de vrijers. |
4 | Ik sta er alleen voor, want ik heb geen broers. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 62
e : Telemachus is verbaasd over Odysseus metamorfose :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. aor. A - van tivqhmi. |
2 | 3 m.v. ind. aor. P - van tanuvw. |
3 | 2 e.v. ind. aor. P - van faivnomai.
|
4 | 1 m.v. coni. aor. A - van divdwmi.
|
5 | Het betrekkelijk voornaamwoord toiv is meervoud terwijl het antecedent qevo~ enkelvoud is; dientengevolge is de persoonsvorm in de betrekkelijke bijzin, e[cousin eveneens meervoud. |
Inhoudelijk
1a | Verandering in kleren en huidskleur. |
1b | kleren: fa`ro~ t/m sthvqessi (vss. 173/4); huidskleur: a]y de; melagcroih;~ gevneto (vs. 175). |
2 | Hij wordt bang en vraagt de god om het goed met hem voor te hebben. |
3 | Hij heeft nevon niet als bijwoord (zojuist) vertaald maar als jonger. |
4a | toi; oujrano;n eujru;n e[cousin. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 63
f : Odysseus maakt zich bekend :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. aor. A - van i{hmi. |
3 | 3 e.v. opt. aor. A - van tivqhmi. |
Inhoudelijk
1 | Het bijzondere, gewichtige karakter van het moment. |
2 | Het gedrag van de vrijers in het paleis van Odysseus. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 64
g : Odysseus benadrukt de hulp van Athena :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. fut. M - van e[rcomai. |
2 | nom. e.v. part. aor. M M van pavscw. |
4 | te geeft een algemene strekking aan het betrekkelijk vnw. |
Inhoudelijk
1 | paqw;n kakav, polla; d j ajlhqeiv~ (vs. 205).
|
Vragen uit het Hulpboek, pp. 65/6
h : Een emotioneel moment :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. impf. M - van ojduvromai. |
3 | 3 m.v. ind. aor. A - van a[gw. |
5 | A.c.I. (se ... iJkevsqai). |
6a | kat ... e{zeto (vs. 213); uJf. ... w\rto (vs. 215). |
Inhoudelijk
1a | De luid huilende Odysseus en Telemachus. |
1b | De roofvogels die verdriet hebben om hun weggenomen jongen. |
1c | De primaire functie is om de heftigheid en het droevige aspect van het huilen te illustreren. |
1d | In het geval van de vogels gaat het om de situatie dat aan hen hun jongen zijn ontnomen; Odysseus en Telemachus zijn net verenigd. |
1e | Telemachus en Odysseus zijn jarenlang gescheiden van elkaar geweest en wellicht is daarom hun verdriet zo heftig. In die zin lijkt hun situatie op die van de vogels. |
2 | Telemachus kent zijn vader niet; in die zin is hier niet sprake van herkenning. |
3 | Punt a treffen we aan in vss. 31/5;
punt c in het verhaal dat Eumaeus vertelt over Odysseus (vss. 63/7);
punt d, e en g in de passage vanaf vss. 155/219. De punten b en f komen bij deze herkenningsscène niet voor. |
Vragen uit het Hulpboek, pp. 65/6
i : Vader en zoon overleggen :
1 | Odysseus ontvouwt zijn plan: hij zal, weer in de vermomming van bedelaar, naar het paleis komen; niemand mag weten dat de bedelaar Odysseus is. Met de hulp van Athena en Zeus moet het mogelijk zijn om de vrijers te overrompelen. |
2 | 108 (=52+24+20+12) vrijers en een aantal dienaren plus een heraut en zanger. |
3 | Hij moet zich rustig houden als hij ziet dat de vrijers zijn vader slecht behandelen. Verder mag hij aan niemand, ook niet aan Penelope, vertellen dat de bedelaar Odysseus is. |
4 | Voor een groot deel wel. Zijn vermomming is van wezenlijk belang en er zal een gevecht plaatsvinden. Vader en zoon zullen helpers nodig hebben en de wapens die in het megaron hangen moeten verwijderd worden. Alleen een paar wapens moeten voor eigen gebruik achter de hand gehouden worden. |
Naar de vertaling van Hoofdstuk 8.
Naar de overzichtspagina van Telemachus en Odysseus.
Naar de Situs Graecus.
Naar de Situs Classicus.