TELEMACHUS EN ODYSSEUS

Hoofdstuk 11 : De boogwedstrijd

Vragen uit het Hulpboek, p. 69



a : „Telemachus probeert de boog te spannen” :
1In een ultieme poging om de vrijers af te schudden, probeert ook Telemachus zelf de boog te spannen, maar zijn drie pogingen zijn vruchteloos.
2Deze scène stelt het hanteren van de boog door de vrijers uit (door Telemachus’ redevoering en door zijn pogingen om te schieten), zodat de lezer in spanning blijft wie uiteindelijk de boog zal kunnen spannen.



Vragen uit het Hulpboek, p. 69



b : „Odysseus wil ook een kans wagen” :
1Ook de vrijers lukt het niet om de boog te spannen; vervolgens wil ook Odysseus, nog steeds in de gedaante van oude bedelaar, aan de wedstrijd deelnemen, hetgeen m.n. Antinoüs, zeg maar de woordvoerder van de vrijers, niet zo’ goed idee vindt.
2Om de kracht van zijn handen te beproeven; hij zegt niet dat hij ook in aanmerking wil komen om met Penelope te trouwen.
3Voor Eurytion is een gastmaaltijd uitgelopen op een drama. Ook voor de vrijers zal het feest als een moordpartij aflopen, al weet Antinoüs zelf dat uiteraard nog niet (dramatische ironie!).



Vragen uit het Hulpboek, p. 70



c : „Penelope grijpt in” :
Grammaticaal
1Het antecedent van o{~ (enkelvoud) is xeivnou~ (meervoud).
2Coniunctivus futuralis = coniunctivus generalis.
3A.c.I.- constructie: (aujto;n) a[xesqai.
4dia; ... h|ke (vs. 328).
5Optativus potentialis (met a[n).


Inhoudelijk
1Ze zijn wel ironisch bedoeld, maar uiteindelijk wordt de ironie bewaarheid en zal de bedelaar haar als zijn echtgenote krijgen.
2• Gasten moeten goed behandeld worden;
• het is absurd te bedenken dat de bedelaar mij als vrouw naar zijn huis zal voeren.
3• Dat de bedelaar een koningin zou trouwen;
• het is ook niet passend dat iedereen zijn slechte humeur aan tafel toont.



Vragen uit het Hulpboek, p. 72



d : „Penelope vindt dat de bedelaar ook de boog mag spannen” :
Grammaticaal
11 m.v. coni. aor. A - van oJravw.
23 e.v. coni. aor. A - van ejntanuvw: coniunctivus futuralis.


Inhoudelijk
1Het commentaar van de mensen, omdat de bedelaar wel de boog zal kunnen spannen en dus beter is dan de vrijers.
2Hij was de god van het boogschieten.
3tetelesmevnon e[stai.
4a• ik herháál het
• boogschutter
• god zij mij getuige
• onderweg
• waarna, van zijn bestemming.
4beju?xoon, o[fra, i[dwmen, w|de t/m e[stai, ei{mata, ojxu;n, ajndrw`n.



Vragen uit het Hulpboek, p. 73



e : „Telemachus spreekt zijn moeder toe” :
Grammaticaal
1Genitivus comparationis.
2Coniunctivus, vanwege k j.
3- - inf. aor. A - van divdwmi.
4nom. e.v. part. pr. A V van ei\mi (gaan).
53 e.v. ind. aor. M - van ejntivqhmi.
6nom. e.v. part. aor. A V van ajnabaivnw.


Inhoudelijk
1ou[q j o{ssoi ... ou[q j o{ssoi ... (vss. 346/7).
2Hij zou zich werkelijk ergeren aan haar bemoeienis met wat de mannen bezighoudt; hij wil zich bewijzen ten opzichte van de vrijers; hij wil dat zijn moeder niet gaat meemaken wat er staat te gebeuren in het megaron, nl. de slachting van de vrijers.
3De herkenning van Odysseus door Penelope.
4Ze zijn identiek aan elkaar, alleen staat er in plaats van tovxon (vs. φ352) mu`qo~ (vs. α358).



Vragen uit het Hulpboek, p. 75



f : „Dapper optreden van Telemachus” :
Grammaticaal
1s j (vs. 363).
2Coniunctivus futuralis (met ken).
3Coniunctivus vanwege mhv.
41 e.v. opt. aor. A - van pevmpw; potentialis, vanwege ke.


Inhoudelijk
1Ze denken dat Apollo en de andere goden het goed met hen voor hebben, terwijl ze niet ver af zijn van hun dood.
2In vergelijking met de mate waarin Telemachus sterker is dan de zwijnenhoeder.
3Hij geeft met zijn woorden de vrijers zelfvertrouwen zodat ze geen argwaan zullen krijgen.
4akampuvla, jApovllwn, taceve~, oi\on ajp j ajnqrwvpwn.
4b• vuile vader,
• van nauwelijks vuilere varkens,
• onze beden verhoorden,
• knorrend, terugkeert.
4czwijnen: ejf ju{essi, ou}~ e[trefe~ (vss. 363, 364).



Vragen uit het Hulpboek, p. 75



g : „Odysseus spant de boog” :
1Odysseus probeert ook te schieten, en, wonder boven wonder, hèm lukt het wel...; intussen hebben dienaren en dienaressen de deuren van het megaron afgesloten, zodat er voor de vrijers geen ontsnapping meer mogelijk is.
2a„Zoals een man” t/m „schapendarm bevestigt.” (vss. 406/8).
2bDe vergelijking benadrukt het gemak waarmee Odysseus zijn boog spant.
3„daarvan zouden zo straks de Grieken genieten” (vs. 418).
4„Het wordt hun tijd de avondmaaltijd voor de heren klaar te maken” t/m „kruiden de maaltijd.” (vss. 428 sqq.).



Naar de vertaling van Hoofdstuk 11.

Naar de overzichtspagina van Telemachus en Odysseus.

Naar de Situs Graecus.

Naar de Situs Classicus.