TELEMACHUS EN ODYSSEUS
Hoofdstuk 12 : Odysseus en Telemachus nemen wraak
Vragen uit het Hulpboek, p. 78
a : De eerste vrijer valt :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. aor. A - van bavllw. |
2 | Nu zal ik daarentegen afgaan op een ander doelwit, dat nog niet iemand heeft getroffen, om te zien of ik succes zal hebben en Apollo mij roem zal geven. |
3 | Coniunctivus futuralis (met ke). |
4 | Optativus aoristus van pivnw. |
5 | A.c.I.-constructie (mou`non ... teuvxein). |
Inhoudelijk
1 | Zo zal hij de pijlen sneller tot zijn beschikking hebben voor het moment dat hij de vrijers gaat doden. |
2 | De wedstrijd met de boog. |
3a | De vrijers als doelwit voor zijn pijlen. |
3b | Nee nog niet. Antinoüs zit rustig te eten. |
3c | ongevaarlijk: het schieten van de pijl door de bijlen was nog niet gevaarlijk, dit i.t.t. de wedstrijd die nu komen gaat. |
4 | eij ken jApovllwn t/m a[lloi (f, vss. 364-365). |
5 | Mede om die reden, namelijk dat de vrijers zijn voorraden opmaken, doodt Odysseus hen. |
6a | Wie van de vrijers zou kunnen vermoeden dat één iemand zo dom is om nu tegen hen te gaan vechten, terwijl hij zeker weet dat hij het tegen zon overmacht zal afleggen en het gevecht zijn dood zal zijn. |
6b | Wie van de vrijers zou kunnen vermoeden dat één iemand het tegen hen, nu zij met zon groot aantal zijn, opneemt om hen te willen doden. |
6c | De zorgeloze houding van Antinoüs en het zeer onverwachte karakter van de aanval van Odysseus. |
7 | met bloed besmeurd: de vloer is niet vuil, dus van het op de grond vallen alleen kan het niet vies worden. |
8 | Maar (Terwijl Antinoüs helemaal niet dacht aan de dood, doodt Odysseus hem toch.). |
Vragen uit het Hulpboek, p. 80
b : Odysseus maakt zich bekend :
Grammaticaal
1 | A.c.p. (a[ndra pesovnta). |
2 | 2 e.v. ind. pr. M - van toxavzomai. |
4 | Acc. bij een aan te vullen aujtovn. |
5 | -sk- legt nadruk op herhaalde handeling. |
7 | De zin is ook als een A.c.I. te construeren afhankelijk van deivsante~: noch bang dat er later een andere wraak van mensen zou zijn.. |
8 | Bij dhvmou, vanwege accent op a[po (anders ajpov). |
Inhoudelijk
1 | Ze kijken of er wapens aan de muren hangen. Ze voelen zich bedreigd door Odysseus en kijken of ze een schild of een speer kunnen vinden. |
3 | Dat de vreemdeling Odysseus is en dat hij met opzet Antinoüs heeft gedood. |
4 | Doordat jullie allerlei misdaden jegens mijn huis en huisgenoten hebben gepleegd, is het duidelijk dat jullie ervan overtuigd waren dat ik niet meer thuis zou komen. |
5 | De vrijers hebben zijn bezit verbrast; Ze hebben de slavinnen tot seks gedwongen; Ze hebben naar de hand van zijn vrouw gedongen terwijl hij nog leefde. |
6 | uJmi`n i.p.v. sfin: vs. 33 wordt door de verteller over de vrijers gezegd, vs. 41 door Odysseus aan de vrijers. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 80
c : Eurymachus probeert Odysseus tot andere gedachten te brengen :
1 | Eerst probeert Eurylochus alle schuld af te wentelen op de dode Antinoüs, maar zodra hij merkt dat Odysseus daar niet in trapt, roept hij alle vrijers op om Odysseus te lijf te gaan. |
2 | Antinoüs heeft alle schuld en die heeft zijn verdiende straf gekregen. - We zullen je rijkelijk vergoeden voor alle schade die we je hebben toegebracht. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 82
d : De dood van Eurymachus en Amphinomus :
Grammaticaal
1 | 3 e.v. ind. aor. A - van bavllw. |
2 | ajpo; ... ceu`en (vs. 85). |
3 | Afhankelijk van ejeivsato: hij snelde op Odysseus af. Afhankelijk van ajntivo~: op Odysseus tegemoet snellend. |
4 | Maar zoals te verwachten was, was Telemachus hem vóór door hem van achteren met zijn bronzen speer te treffen. |
5 | Genitivus (vanwege sfin). |
Inhoudelijk
1a | Uit vss. 79 en 90 blijkt dat de vrijers wel een wapen, nl. een zwaard, bij zich hebben. Daarom is het raar dat ze in vss. 24-25 op zoek gaan naar wapens. |
1b | Vrijers zijn zenuwachtig door de dood van Antinoüs en instinctief zoeken ze naar wapens. Bovendien beseffen ze dat ze met zwaarden weinig kans maken tegen de pijlen van Odysseus. Ze zoeken daarom naar een schild om zich te verdedigen - of een speer om hem van verre te treffen. |
2 | Voordat Eurymachus kans ziet Odysseus te lijf te gaan, wordt hij al door de snelle pijl van Odysseus getroffen. |
3 | De duisternis van de dood. |
4 | Antinoüs heeft zich niet kunnen verdedigen, Eurymachus probeert het. Antinoüs trapt de tafel weg als hij valt, Eurymachus valt over de tafel heen. Antinoüs wordt onverwachts gedood, Eurymachus niet. Antinoüs wordt in zijn nek getroffen, Eurymachus in zijn borst. |
5b | De vertaler maakt van het part. (peswvn) de persoonsvorm, van de persoonsvorm (douvphsen) een deelwoord. |
5c | Waarschijnlijk is dat de vertaling van pantiv
|
Vragen uit het Hulpboek, p. 84
e : Telemachus wil wapens halen :
Grammaticaal
1 | oi[sw, ajmfibaleu`mai, dwvsw. |
2 | 3 m.v. coni. aor. A - van ajpokinevw (bij mhv). |
3a | dolicovskion (vss. 95 & 97), pteroventa (vs. 100), poluvmhti~ (vs. 105). |
3b | ajgcou` d j iJstavmeno~ (vs. 100), e[pea pteroventa proshuvda (vs. 100), to;n d j ajpameibovmeno~ (vs. 105) , prosevfh poluvmhti~ jOdusseuv~ (vs. 105). |
Vragen uit het Hulpboek, p. 84
f : De vrijers delven het onderspit :
1 | Alle vrijers worden gedood; alleen de zanger Phemius en de heraut Medon worden gespaard. |
2 | Het tonen van de aegis door Athena. Het zien hiervan maakte de vrijers doodsbang. |
3a | De onderstreping van het angstig vluchten van de vrijers. De vrijers worden vergeleken met een kudde koeien die door een brems wordt opgejaagd. |
3b | De onderstreping van de meedogenloze jacht van Odysseus en zijn mannen op de vrijers. Zij worden vergeleken met gieren die jacht maken op vogels. |
3c | Er wordt gezegd dat de gieren de vogels te lijf gaan en doden en dat de vogels niet kunnen ontkomen. |
3d | De woorden kunnen eventueel betrekking hebben op Odysseus en zijn mannen die met voldoening zien hoe de vrijers aan hun eind komen. Hiertegen kan als bezwaar aangevoerd worden dat zij in de vergelijking de gieren zijn en dus niet de toeschouwers van het schouwspel. Het is ook mogelijk dat het verwijst naar Athenas voldoening of die van de lezers. |
Vragen uit het Hulpboek, p. 84
g : Een gruwelijke straf :
1 | De slavinnen, die met de vrijers naar bed zijn geweest, worden opgehangen. |
2a | Als illustratie van de onverbiddelijke manier waarop de slavinnen ter dood worden gebracht: hangend met hun nekken in een strop aan een touw. |
2b | Dat zij nog spartelen met hun voeten. Vogels slaan heftig met hun vleugels als zij in een net verstrikt raken. |
2c | De vogels waren op weg naar een rustplaats en krijgen nu een gruwelijk bed. |
Naar de vertaling van Hoofdstuk 12.
Naar de overzichtspagina van Telemachus en Odysseus.
Naar de Situs Graecus.
Naar de Situs Classicus.